Na een culturele winterslaap, waarbij we noodgedwongen binnenshuis moesten blijven, kunnen we eindelijk terug naar buiten en spelen voor een levend publiek.
Zoals in het Hoge Noorden na een donkere periode de natuur ontwaakt, ijs smelt en watervallen denderend tot leven komen, wanneer alles opnieuw bruist van energie, zo staan wij te popelen om een meeslepend en wervelend concert te brengen, met muziek uit Schotland, Noorwegen, Denemarken en Estland. Licht na sombere dagen: de zon gaat nu een tijd niet onder…
Après cette hibernation culturelle forcée, le contact avec le public est enfin à nouveau permis. Telle la nature qui se réveille au contact des premiers rayons de soleil, nous sommes impatients de vous faire découvrir une série d’œuvres d’origines boréales (Ecosse, Norvège, Danemark et Estonie).
SUMMER BREEZE
Erkki Sven Tüür, Architectonics I (1984)
De serie Architectonics van de Est Erkki-Sven Tüür is een geheel van werken voor verschillende formaties waarin akoestische en elektronische instrumenten met elkaar worden vermengd. Al deze stukken worden gekenmerkt door de spanning die ontstaat door de tegenstelling en de combinatie van tonaal en atonaal materiaal, monodieën en massieve klankblokken, geïmproviseerde ritmes en ostinato’s. Architectonics I is geschreven voor traditioneel houtblaaskwintet en is qua stijl en structuur het meest eenvoudige van de hele serie.
La série Architectonics de l’Estonien Erkki-Sven Tüür est un ensemble d’oeuvres pour différentes formations mêlant instruments acoustiques et électroniques. Toutes ces pièces sont gouvernées par la tension créée par opposition et combinaison de matériel tonal et atonal, de monodies et de blocs sonores massifs, de rythmes improvisés et d’ostinatos.
Carl Nielsen, Wind Quintet 0p.43 (1921-22)
Het houtblaaskwintet van de Deense componist is binnen de klassieke muziek van de 20e eeuw een van de belangrijkste en populairste blaaskwintetten geworden. Geschreven in een periode dat de theoretische muziek zijn opwachting maakte (cfr.Tweede Weense School) is dit werk een juiste mix van oude en nieuwe stijlen, van melodieuze en nieuwe muziek. "Ik heb geprobeerd de karakters van de verschillende instrumenten weer te geven, het ene moment zijn ze allemaal tegelijk aan het praten, dan weer helemaal alleen", dixit Nielsen.
La dernière oeuvre de musique de chambre composée par Nielsen fête cette année ses 100 ans. Elle est devenue au fil des années le quintette incontournable du répertoire, par sa forme classique mais surtout pas la finesse d'écriture. La virtuosité de chaque instrument, qui a indéniablement un rôle solistique, est mis à contribution pour finir en un choral sur le psaume "My Jesus, let my heart obtain". Ce quintette est un hymne à la nature et aux êtres qui la composent.
James McMillan, Untold (1987)
Spiritualiteit, politiek, zijn katholieke geloof en traditionele muziek zijn McMillans voornaamste inspiratiebronnen. Deze lyrische en expressieve compositie is vrijelijk gebaseerd op het Ierse liefdesiiedje "For ireland I'll not tell her Name".
Les sources d’inspiration de James McMillan sont la spiritualité et la politique. Sa foi catholique lui a inspiré plusieurs oeuvres et plusieurs messes. La musique traditionnelle écossaise l’a également influencé.
D’humeur lyrique et expressive, le matériau de Untold fut librement inspiré d’une chanson d’amour irlandaise : For Ireland I’ll not tell her Name.
Anne Davids, flûtes
Kristien Ceuppens, hautbois et cor anglais
Dries Tack, clarinettes
Bert Helsen, basson
Rozanne Descheemaeker, cor
